De rest van Vietnam en naar huis
Door: Nico
Blijf op de hoogte en volg Nico
27 Juni 2010 | Vietnam, Hanoi
Waar was ik ook alweer gebleven? In Vietnam inderdaad, maar ik ben al weer weken thuis en volledig gewend. In beslaggenomen door vrijwilligerswerk, uitgaan met Els, werken bij mijn dochter die de sleutel van haar appartement heeft ontvangen. Het heeft wat gekost om die bouw te vertragen maar dan heb je ook wat, ik kan nu van begin af aan helpen met klussen en hoef niet onder de wroeging van mijn afwezigheid gebukt te gaan.
Vietnam, Hoi An een stad van aan elkaar genaaide oude gebouwen door kleermakers die ertussenin een goed heenkomen hebben gezocht. Naast cultuur goed, pittoreske plaatjes en gezellig uitgaan wordt je hier voor een schamel beetje geld volledig vacuüm in een maatpak genaaid. Laurens liet het gebeuren en Marina ook. Marina eerst, met twee jurkjes en een avondjapon allemaal even sexy. We hebben haar, met behulp van twee vriendinnen, over de catwalk gejaagd en onder applaus en gejuich onze puntenwaardering, van kalenderpagina’s, in de lucht gestoken. Laurens ging iets minder spectaculair maar kan nu ook voor de dag komen op bruiloften en partijen.
Daarna uit eten met zijn allen en stappen. Bier en poule en de dames doen het beduidend beter dan ik die nog nooit een keu in zijn handen heeft gehad. Stoere taferelen als de dames en Laurens de ballen in het rond schieten en ik samen met Stefan aan een tafeltje ons beginnerverdriet verdrinken. In de nacht gaan wij lallend richting hotel en Emma zegt “let op, nu ik ga mij opdrukken” (in het Engels dan natuurlijk, die uitspraak, opdrukken is verder in Engeland net als in Nederland en zelfs in Vietnam is er geen verschil). Zij laat zich op de handen vallen en redt het tot 10 keer, chapeau! Wij mannen zijn onder de indruk maar Emma zet nu ook Lucy aan tot vergelijkbare prestaties. Onder een klein beetje protest werpt Lucy zich op de keien en weet van geen ophouden, 20 keer! Zonder hijgen staat zij weer op, beroepsmilitair, komt de aap uit de mouw, net terug uit Afghanistan. Alle puzzelstukjes vallen op hun plaats.
Wandelend en op de fiets bekijken wij Hoi An en het is een verrekt aardig stadje waar de Vietnamese, Japanse en Chinese stijlen vermeng worden met een vleugje Frans rond een exotisch haventje. Buiten de stad vlak land, veel water, palmen en van die uitgeschoten vensterbankbegroeiing en leuke restaurantjes. Vietnam gaat écht leuk worden!
Samen met Laurens en Stefan boeken wij een duikmiddag volledig verzorgd met verblijf op een palmenstrand. Mooie oefening om ervaring op te doen en ik verkoop ons drietal weer voor een goede prijs. Het zijn Europeanen die hier de scepter zwaaien maar ik zie dat het pijn doet en vriendelijk wordt ons verzocht niet over de prijs met de medecursist te praten.
Het rif is weer erg mooi en we zien andere vissen zoals barracuda’s en erg veel koraalduivels in o.a. prachtig zwart met uitwaaierende vinnen als zeewier. Wanneer de begeleider mij op een koffervis attent maakt onder een steen wijs ik hem even op de 40cm. grote schorpioenvis op 5cm. van zijn hoofd verwijderd. In perfecte camouflage ligt deze akelig giftige vis stoïcijns de gebeurtenissen af te wachten. Een minuutje daarvoor is Stefan aan een vergelijkbare “bijna” catastrofe ontsnapt als hij zijn hand op een steen naast het broertje van onze vis heeft gezet. Verder verloopt de duik perfect en genieten wij van de zeekomkommers, de zeer kleurrijke naaktslakken, de koraalvisjes en de anemonen die in alle mogelijke vormen en kleuren onder ons door schuiven. Koralen als vingers, tafeltjes, waaiers, bollen en meer onbeschrijflijke vormen schitteren ons in hun kleurenpracht tegemoet. Daartussen en er omheen een keur aan vissen, de één mooier dan de ander en allemaal op minder dan armlengte afstand. Ik heb bijna een leesbril nodig om goed te genieten.
Met een lunch op een wit palmenstrand en relaxen in een hangmat als afsluiting is deze dag bijzonder geslaagd.
We doen met ons groepje een rondvaart over de wateren rond Hoi An, bezoeken het dagelijks leven en bekijken verschillende ambachten. Een bustocht naar de Cham-towers die enigszins vergelijkbaar zijn met Ankor Wat. De bloedhete zon perst ons lichaamsvocht als fonteintjes door de poriën naar buiten. Oh wat jammer dat onze luiheid de tocht van 6.00 uur in de ochtend met een zonsopkomst heeft doen afwijzen. Uitgedroogd knisperen wij voort.
Het wordt weer tijd om te vertrekken en met ons gezelschap gaan wij per bus naar Hue om daar bij de Citadel een middag door de verboden stad te dwalen. Zeer de moeite waard en in een omgeving van gebouwen en waterpartijen genieten wij van een goed gesprek bij een bijzondere sfeer terwijl wij al wandelend de fotogeheugenkaart vol schieten.
’s Avonds direct door met de nachttrein naar Hanoi waar wij erg vroeg arriveren en ondanks al onze protesten veel te veel betalen voor een ontbijt. Wij dumpen de bagage gratis bij een luxe hotel onder de belofte daar later het diner te zullen gebruiken. Diezelfde avond gaan wij weer per nachttrein door naar Sapa.
We zijn te vroeg voor ons bezoek aan de “Tempel van de Literatuur”, de eerste universiteit van Vietnam, in het jaar 1076 opgericht, dus lopen wij door het aangrenzende park. Tientallen ouderen zijn daar bezig de stramme ledematen uit hun voegen te rukken en wie dat niet doet gaat in gezwinde spoed door het park alsof hij of zij de trein moet halen. Ochtendgymnastiek heet dat en het lijkt te werken want menig oudere die ik in Nederland achter de geraniums zou denken huppelt hier naar hartenlust in het rond.
Als wij later op de stoep de laatste minuten laten aftikken voordat wij de Tempel binnen mogen worden wij omringd door schooljeugd die hier ter meerdere eer en glorie van hun wijsheid naartoe is gejaagd. Enkele schuchtere blikken richten zich in mijn richting, giebelende gefluister volgt en ik kan het vervolg al bijna raden. Met een knikje slecht ik de laatste drempel en ja hoor, of ik met hun op de foto wil. Eerst eentje, de dapperste jongeman, dan de volgende, het dapperste meisje, dan weer één en nog één en dan word ik bedolven onder de schooljeugd. Iedereen gelukkig op de foto en later als wij ze nog eens tegenkomen is het contact allerhartelijkst.
In de Tempel zijn nogal wat dingen gaande. Er wordt gefilmd, waarvoor mensen zich in klederdracht hullen en er worden leerlingen gehuldigd of zoiets met muziek en ceremonieën waarbij de jeugd in strakke lijnen staat opgesteld en met steelse blikken in onze richting lonkt. Alles duidt op een respectvolle omgeving en dat is voelbaar.
In Hanoi wandelen wij ons suf door de straten van de oude stad en eten van ons fruit aan de oever van een meer terwijl een Vietnamees zijn zojuist vers opgestoken Engels op ons uitprobeert. De straten in het oude Hanoi zijn druk en op een bepaalde manier sfeervol met winkeltjes die allemaal weer hetzelfde verkopen. Per straat echter wisselt het aanbod van handelswaar, de ijzerwarenstraat, de leerstraat, de sierradenstraat de papierstraat en ga zo maar door. Op de markt genieten wij van het straatleven, zien een kikker geslacht worden met een schaar en eten heerlijk uit grote potten waar telkens andere gerechten uit tevoorschijn komen. We gaan opzoek naar hondenvlees voor de lunch maar het restaurant is gesloten, wat jammer toch. Ook boeken we nog even een tripje naar Hulang Bay voor als wij uit onze volgende bestemming terugkomen want er is geen tijd te verliezen. Dan, na het diner vleien wij ons neer op de banken van de nachttrein op weg naar het bergdorp Sapa.
Dat wij wéér erg vroeg arriveren wordt goed gemaakt door het feit dat er na de treinrit een busrit volgt door een prachtig landschap van bergen met terrasbouw. Inchecken in het hotel en ons gezelschap valt als een logisch gegeven uiteen. Laurens en ik gaan op zoek naar een ontbijt waarna wij ons oriënteren op een trekking door de bergen om enkele bergbewoners te ontmoeten en het landschap te bewonderen.
Eigenlijk is de tijd te kort dus wordt het een tamelijk toeristisch gebeuren maar wel erg mooi. Een plezierig gezelschap doet weer wonderen. Het landschap is in een woord “geweldig”. Groen, glooiend, gevarieerd met waterstroompjes en een waterval, alles begeleid door bergdorpjes bewoond door, en in klederdracht gehulde, bergstammen en verbonden door glibberige modderpaadjes. Hier en daar moet ik voor een veilige doortocht een buffel met een klap op zijn kont aan de kant jagen. Eentje weet er nog net even zijn hoorn in het massale achterwerk van een Japanse te plaatsen die met een “ooooeeeeeiiiii!!!!” en een sprongetje haar weg vervolgt. Onderweg wordt ons pad versierd door massa’s vlinders die in groepen op de grond zitten en bij het passeren als boombladeren in de herfst om ons heen dwarrelen.
In het gezellige plaatsje Sapa zijn de vrouwen van alle varianten van bergstammen aanwezig met ieder hun eigen handelswaar. Onvermoeibaar en vasthoudend blijven zij hun waren aanprijzen vergezeld van telkens dezelfde teksten, waar kom je vandaan en waar ga je naartoe in de zin van welk land en welke geografische richting. Je wordt er wel een beetje moe van maar ze zijn zo verschrikkelijk aardig en vriendelijk. Toch kan ik het niet laten en op een vraag “waar kom je vandaan?” wijs ik over mijn schouder en zeg “daar vandaan”. Een glimlach op haar gezicht verschijnt gevolgd door de vraag “waar ga je naartoe?”, ik wijs vooruit en zeg “daar naartoe”. Zij lacht haar tanden bloot en vraagt toch nog even of ik niet een sjaaltje wil hebben.
De volgende dag huren wij een scooter die wij, na de weigering een paspoort in te leveren, in goed vertrouwen mee krijgen. Als beloning krijgt de eigenaar hem ’s avonds met extra veel benzine terug en de dankbaarheid straalt van zijn gezicht af.
Laurens heeft contact gemaakt met twee Nederlandse dames uit de buurt van Hilversum die de tocht gezellig met ons mee rijden. Op weer een andere manier zien wij weer een ander landschap van rijstvelden als patchwork in brede groene dalen met hier en daar door het groen stekende kalkrotsen, schilderachtige huisjes en glinsterende rotsachtige bergstromen daartussen. We bezoeken en beklimmen twee watervallen in een natuurgebied. Bij één ervan tank ik mijn, door de hitte uitgeputte, energie bij met een verfrissende duik. Tussen de loofbomen, het bamboe, de bananenbomen en pampagras vervolgen wij onze weg. Later ontmoeten wij nog een fietser die van erg ver weg komt en net op tijd is om ff een foto van ons groepje te maken.
Na de scooterrit richting station, voor weer een nachttrein nu naar Hanoi en de volgende morgen direct door per bus naar Hu Lang Bay het begin van een geweldige trip die we eerder al geboekt hebben. Bij de haven wil onze toerleider de paspoorten die wij dan dagen later terug kunnen krijgen. Dat dacht ik van niet en er volgt een stevig discussie die uiteindelijk in ons voordeel uitvalt. De toerleider ontpopte zich als een klein Hitlertje en dat blijft de rest van de toer zo maar wij gaan ons eigen weg. Bij het instappen in de bus staat plotseling Tamara, een lagerschoolvriendin van Laurens, voor ons en de ontmoeting is allerhartelijkst. De rest van de trip blijft zij zo lang als mogelijk bij ons en is een zeer gezellige toevoeging aan het gezelschap.
De toer naar Hu Lang Bay is een tocht door Karstgebergte langs de noordkust van Vietnam. Grote groene kalkstenen bergen pieken op uit de zee waartussen de lokale bevolking en de toeristen hun heil zoeken. Het panorama is ronduit geweldig en je kunt er slechts in stilte van te genieten. De zonsondergang is weer adembenemend waar we extra lang naar kunnen kijken doordat de boot van de berg, waarachter de zon onder gaat, weg vaart en ik maak weer veel teveel foto’s.
We bezoeken een druipsteengrot, een visfarm die niets voorstelt en er wordt gekanood met peddels van een kilo of 5 per stuk die bovendien zinken als een baksteen wanneer je ze zou los laten. Op verlies staat een rekening van $50 volgens ons Hitlertje, wel daar koop je zo ongeveer een hele boot voor. Zwemmen mag ook, als de ergste hitte voorbij is, mosterd na de maaltijd. Uiteindelijk wist ik dit al zo ongeveer van te voren maar de rede de trip toch te doen was dat dit de meest voordelige manier was om langere tijd in het gebied te vertoeven en in die opzet zijn wij meer dan geslaagd.
Na een nachtje op de boot landen wij op het eiland Cap Bha waar wij ook Marina weer ontmoeten en vele anderen. Hotel in de roze buurt waar je elke deur in wordt gevraagd die je maar passeert, “massage sir?”. Prachtig strand met uitzicht op het Karstgebergte en een verkoelende schaduw als je de verzengende zon ff zat bent.
Met de reisgroep beklimmen we, over een spannend pad, een berg. Wisselen van schoeisel was volgens Hitlertje niet nodig maar dat veroorzaakte voor menigeen hachelijke momenten. Foute inschatting voor de toeristen maar niet voor hemzelf, hij stiefelt er lustig op zijn slippertjes op los. Gelukkig had ik mijn eigen plan getrokken.
Alsof de berg niet hoog genoeg is staat er ook nog een uitkijktoren bovenop. Een gammele ijzeren constructie waar niet meer dan 10 personen (Vietnamees?) tegelijk op mogen. Omdat Hitlertje het vlak voor de top voor gezien hield is er geen begeleiding en lijkt de veiligheidsmarge van de waarschuwing zeker 20 personen (Europees) te zijn. Alles gaat gelukkig zonder ongelukken en na het inchecken zijn wij ons dictatortje eindelijk kwijt.
Wij dineren heerlijk in de stad en krijgen na enig onderhandelen een “happy hour” voor de rest van de avond. Ik maak mij binnen de groep onsterfelijk met deze deal. Er wordt weer volop gepouled door de mannen en de stoere meiden. Mijn Engels is dan wel verbeterd maar als ik aan Morgan vraag nog even in stoot positie te gaan staan, voor een foto van haar met de groep op de achtergrond, druk ik mij een beetje ongelukkig uit. “Morgan, can you bend over for a minute?”. “What do you say, you dirty old man” is haar grijnzende reactie. Schaterlachend maak ik dan maar een andere foto.
Laurens en ik hebben het scootervirus te pakken en huren er weer twee voor weinig. Ritje over het eiland langs baaien, visvijvers, kleine plaatsjes, door bossen en langs drooggevallen slibstranden. Als wij op een spannend pad de scooters moeten achterlaten vervolgen wij de tocht per voet door de Bush. Ongedierte, vlinders, een landkrab en uit de kluiten gegroeide kamerplanten zijn het decor van dit toneel.
Een bezoek aan het “Hospital Cave” brengt de oorlog weer dichtbij. Hier zijn gewonde soldaten verzorgd onder de bescherming van het rotsmassief. Van alle gemakken voorzien maar erg basaal en in kleine ruimtes.
Na twee dagen gaan wij weer richting Hanoi om ’s avonds op het vliegtuig naar huis te stappen. Laurens heeft inmiddels een liefde aan de haak geslagen en gaat voor de laatste maal romantisch uit eten, ik vermaak mij met iedereen en ben al reuze gelukkig met de drie weken samen.
De tocht naar huis brengt mij steeds dichter bij mijn geliefden, Els, gezin, familie, vrienden en kennissen. Het is genoeg geweest en onvergetelijk. Op Schiphol staat iedereen te wachten en Els heeft voor een feestje gezorgd met nog enkele genodigden, SUPER!……einde.
-
27 Juni 2010 - 08:24
Norbert-Jan:
First :) -
29 Juni 2010 - 07:54
Hans En Mariska...:
Ahhhhhh, toch mooi om je laatste verhaal nog te lezen..;-) al hebben we je allang live mogem spreken.....
Knuffels van ons...xxxxxx -
30 Juni 2010 - 11:30
Ans:
fijn dat je weer veilig thuis bent, we hopen jullie gauw weer bij ons te mogen zien, wel eerst bellen want dan kan ik nog een appeltaart bakken.we zijn straks druk met ingrid haar flatje want ze krijgt morgen de sleutel
groetjes aan els en de growten van ans cor en simba
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley